Wounded Knee, Wind Cave, bisons, cowboys en Black Hills

18 september 2015 - Keystone, South Dakota, Verenigde Staten

Het museum in Wall over Wounded Knee hebben we bezocht en we vroegen ons af waarom dit museum niet in Wounded Knee zelf stond. Daar zijn we wel achter gekomen: heilige grond en de indianen hebben hun eigen manier van het eren van de doden. Daar hoort ook wel een museum bij, maar dat ziet er wat anders uit dan die van de ‘indringers’. De indianen in deze regio bestaan uit de Dakota, Lakota en Nakota stammen (en nog een vierde, maar die is uitgestorven).  Samen vormen zij de Great Sioux Nation. De stammen zijn ook weer onderverdeeld in kleinere eenheden.  Gisteren hebben we voor een groot deel gereisd door het Pine Ridge Indian Reservation, dat voornamelijk is toegewezen aan de Lakota stam. De indianen willen geen indianen genoemd worden, omdat die naam een gevolg is van een fout: Columbus dacht dat hij India ontdekte toen hij in Amerika aan land kwam. Van zo’n reservaat wordt je niet vrolijk: het lijkt nog het meest op een armoedig woonwagenkamp. We kwamen wel veel scholen tegen. Wij werden op de locatie van de Wounded Knee Massacre opgewacht door een van de nazaten van Lakota Chief Fire Lightning (6 generaties terug).  Wij dachten aanvankelijk dat hij als gids optrad, maar hij bleek achteraf tasjes te verkopen. Hij vertelde zijn standaardverhaaltje, maar ik heb hem het hemd van het lijf gevraagd en hij vertelde uiteindelijk heel veel. Zo maken de Lakota-mannen ieder jaar een tocht per paard (zonder zadel!) van 200 mijl om op 29 december te eindigen in Wounded Knee, waar de dodelijke confrontatie tussen de 7e cavalry van het Amerikaanse leger en de indianen plaatsvond. Het wordt algemeen als het laatste conflict beschouwd tussen indianen en het Amerikaanse leger. De spanning tussen indianen en Amerikanen was opgelopen door de goldrush die ontstond na de ontdekking van goud in de Black Hills in 1874. De verdragen die werden gesloten waarbij de indianen land kregen toegewezen waar niet indianen niet mochten komen, werden keer op keer geschonden. De Black Hills behoorden daartoe. In 1876 viel kolonel Custer de indianen aan. Een aantal chiefs – waaronder Chief Fire Lightning - namen met vereende krachten wraak en daarbij kwamen Custer en zijn 200 mannen om het leven. Hierdoor en door de ‘Ghost Dance’ die door de indianen werd opgevoerd en waarbij de geesten werd gevraagd de Amerikanen te verdrijven, deden de spanningen tussen oude en nieuwe bewoners toenemen. In 1890 werd een van de chiefs die betrokken was geweest bij de strijd met Custer en zijn mannen (Sitting Bull) vermoord. Chief Big Foot (die doodziek was als gevolg van longontsteking) en zijn stam gingen op zoek naar bescherming bij ‘collega’ Chief Red Cloud in de Pine Ridge Reservation. Hij kwam in aanraking met de 7e cavalry van het Amerikaanse leger bij Wounded Knee en werd gedwongen om de wapens in te leveren. Big Foot ging ervan uit dat ze daarna met rust zouden worden gelaten, maar ze werden afgeslacht. Over de aanleiding lopen de meningen uiteen. Het Amerikaanse leger houdt het op een zenuwachtige, onervaren, jonge soldaat, die uit paniek begon te schieten op de (ongewapende) indianen. De indianen menen dat er sprake is van opzet. Uiteindelijk zijn er 84 mannen, 44 vrouwen en 18 kinderen van de indianen om het leven gekomen (waaronder Big Foot). Zij zijn begraven in een massagraf in de buurt van het slagveld. Dat hebben we dus gezien en ook een ‘museum’ dat gesloten was, omdat het dak lekt. De nazaat van Chief Fire Lightning wilde het ons wel laten zien. Staat er een Nederlandse kachel in het lekkende (ronde) gebouw! Naast het massagraf en het museum was er verder weinig te zien. Wel lag er veel troep en ik vraag mij nog steeds af waarom dat niet opgeruimd wordt als het om heilige grond gaat. Ik heb wel wat gekocht van de jonge man voor veel te veel geld (leren tasje met gedroogd ‘sweetgrass’. Het is de bedoeling om het te branden zoals wierook – bij voorkeur in een schelp - en dat wekt goede invloeden op: zie foto), maar veel inkomstenbronnen hebben ze niet. In 1980 heeft het Supreme Court van de USA (definitief) beslist dat de Black Hills van de indianen is. Aan deze uitspraak is tot op de dag van vandaag geen uitvoering gegeven. Zolang er goud gevonden wordt, zal dat ook niet veranderen. Vandaag zijn we bij Crazy Horse geweest en dat wordt heel anders aangepakt (zie hierna).

We hebben geluncht dichtbij Hot Springs. We zijn zomaar een weg ingereden en kwamen uit bij een paar huizen/gebouwen. Op een gegeven moment komt er een oude, kleine man naar buiten en die begon een praatje. Zijn broer had nog in WW II gevochten en was nog een keer terug geweest in Nederland. Inmiddels overleden. Hijzelf had in de Korean oorlog gevochten. We hebben het nog even over politiek gehad: alle ziekenhuizen in de omgeving dreigen te verdwijnen en dat zou met name voor de ouderen en de indianen een ramp zijn, omdat ze minder mobiel zijn. Hij had een grote werkplaats naast zijn huis waar hij allerhande gereedschappen bewaart. Ik moest even aan mijn vader denken.

Onderweg hadden we al een paar echte cowboys te paard gezien die langs de weg bezig waren om koeien bij elkaar te drijven. Helaas konden we niet stoppen om een foto te maken. Toen we in een supermarkt in Hot Springs onze boodschappen deden liep ik bijna tegen een echte cowboy aan. Ik schrok en dacht even dat het een ‘opgezette’ cowboy was, maar hij was echt.  Cécile er achteraan om foto’s te maken. Het is gelukt. Helaas zijn we een week te vroeg voor de ‘Custer State Park Buffalo Round-up’ in Keystone. Dat is volgende week vrijdag (25/9). 3 maanden lijkt lang, maar het valt toch tegen als je van NY naar LA wilt. Als je echt de tijd hebt, dan kan dat ook allemaal.

Verder op weg richting Keystone naar de Wind Cave. De grot heet zo door de drukverschillen die ontstaan afhankelijk van de windrichting. Zie de gids die een geel lintje voor een windgat houdt. Aan de hand daarvan kan je ook vaststellen wat voor weer het wordt: lintje waaide naar buiten en dat beloofde weinig goeds voor vandaag, maar het viel mee. Wel heel koud (13 graden), maar dat kwam ook door de koude wind. Morgen wordt het al weer warmer. Normaal zie je stalagtieten en stalagmieten in grotten, maar dat was veel minder in deze grot, omdat het te droog is. De grot bestaat uit (droog) limestone. Het is wel een hele oude grot: meer dan 300 miljoen jaar oud. Het plafond van de  grotten bestaat voor een deel uit ‘ragfijne draden’  wat ze hier ‘boxwork’ noemen.  De grot is in 1890 ontdekt door de 16 - jarige Alvin McDonald. Wij liepen over een trap naar beneden, maar hij had alleen een blik met een kaarsje erin om te zien waar hij liep. Hij schreef zijn initialen in de steen en markeerde de route met lintjes. Hij heeft 9 mijl gang ontdekt; inmiddels zijn dat er 143, maar men vermoed dat dat maar 10% is van het totaal van grottengangen. Wij zijn ongeveer 70 meter diep geweest = 300 traptreden naar beneden. We zijn met een lift omhoog gegaan! Nog nooit meegemaakt in een grot. De foto’s van de grot zijn niet zo geweldig, maar het geeft een indruk.

Daarna door Custer State Park gereden en daar hebben we eindelijk (loslopende) bisons gezien. Een grote wens van Cécile en ze werd op haar wenken bediend! Indrukwekkende beesten en prachtige omgeving: heuvelachtig en veel naaldbomen, die voor een deel aangetast lijken door de schorskever, maar het zouden ook dode bomen kunnen zijn als gevolg van bosbranden. Verder nog een aantal Pronghorns gezien (de gemsachtigen) en heel veel prairie dogs. Er is ook kans op het zien van (bronstige) Elk, dat zijn een soort elanden, die net als bij ons de herten in de Oostvaardersplassen, deze tijd van het jaar burlen om de vrouwtjes te lokken. Die hebben we nog niet gezien, maar dat kan ook nog in Yellowstone. De ree-achtigen (Mule-deer) houden zich gevaarlijk dicht bij de weg op. De Mountain lion kunnen we ook nog tegenkomen, maar dat is niet gebeurd op de Willow Creek trail die we vandaag na ons bezoek aan Mount Rushmore en Crazy Horse hebben gelopen (2,8 mijl).

Mount Rushmore in de Black Hills is bekend van de hoofden van 4 presidenten die uitgehouwen zijn in de rotsen.  Van links naar recht: Washington (eerste president van de VS), Jefferson (declaration of independence, illegaal inpikken van het land van de indianen en het eerste recept van icecream), Roosevelt (eerste WW en aanleg Panama-kanaal) en tot slot Lincoln (burgeroorlog Noorden tegen Zuiden). Gutzon Borglum heeft de ontwerpen gemaakt en dit was zijn laatste werk, waar hij wel 14 jaar mee bezig is geweest (van 1827 tot 1840). Hij nam met minder dan presidenten geen genoegen en had 400 mensen tot zijn beschikking om het werk uit te voeren. Heel anders dan de man die in 1948 (!) met Crazy Horse is begonnen. Dat was Korczak Ziolkowski (van origine een Pool) die assistent was geweest van Borglum en dus enige ervaring had. Hij is door de chiefs van de Lakota-indianen gevraagd om de beeltenis van Chief Crazy Horse uit te houwen om te laten zien dat de indianen ook grote mannen hebben voortgebracht. Crazy Horse is op 35-jarige leeftijd door een Amerikaanse soldaat in de rug gestoken terwijl hij in vrede kwam. Hij wijst op het beeld naar het land van zijn volk en zijn gevleugelde uitdrukking was: ‘My lands are where my dead lie buried’. Ziolkowski is helemaal alleen aan het enorme karwei begonnen met 174 dollar op zijn bankrekening. In de loop van de tijd kregen hij en zijn vrouw onder zeer moeilijke omstandigheden 10 kinderen, die al op jonge leeftijd werden ingeschakeld om te helpen. 7 van de 10 en zijn vrouw hebben het werk na het overlijden van Ziolkowski in 1982 voortgezet tot op de dag van vandaag. Alles wordt gefinancierd uit private bronnen, voor een groot deel bestaande uit de toegangsprijzen, die niet misselijk zijn. Het complex bestaat uit een groot museum en een restaurant en er is een grote winkel met mooie spullen en die zijn niet goedkoop. Ziolkowski wilde absoluut geen geld van de Amerikaanse regering en dat principe wordt gerespecteerd.  Het complex moet nog veel groter worden, maar het zal nog lang duren voordat het werk voltooid zal zijn. Inmiddels zijn er al een paar kleinkinderen die het werk hebben overgenomen. Zeer indrukwekkend en zeer de moeite waard.

Daarna zijn we nog naar het plaatsje Custer geweest. Veel leuker dan Keystone waar de camping is waar we nu staan. Dat hadden we gisteren al gezien toen we er door heen kwamen. We hebben er geluncht in een gebouw dat vroeger een bank is geweest (daterend van 1881). Echt een cowbowstadje, maar het ziet er allemaal veel authentieker uit dan Keystone dat over de top gaat met zijn cowboy-uitstraling. Helaas zijn we geen ‘echte cowboys’ meer tegengekomen. Mogelijk lukt dat morgen nog, want dan gaan we naar Cody, de laatste stop vóór Yellowstone. We moeten maar liefst 400 mijl afleggen in 1 dag en we willen ook nog langs Devils Tower, dus vroeg opstaan en doorrijden.

Daarom stop ik nu en de foto's volgen later.

Groeten van ons beiden (Cécile heeft zich verdiept in de materie en haar bijdrage inhoudelijk aan dit verslag geleverd).

Foto’s

3 Reacties

  1. Jim Hofman:
    19 september 2015
    Een paar klein historisch notes. Roosevelt heeft de Spaanse-Americanse oorlog door gebracht. Woodrow Wilson was president in de tijd van WW1. En Jefferson was niet zo zeer en indianse land jager, hij was president in de tijd van Lewis & Clark.
  2. Annemiek Tubbing:
    20 september 2015
    Dank Jim voor deze correcties. Het is ook wel veel om te onthouden, maar we doen ons best. Wall Drug was leuk! Groeten Annemiek
  3. Patrick Van De Heisteeg:
    20 september 2015
    Hoi Annemiek,
    Leuk om te lezen. Zie uit naar je verslagen!
    Groeten Patrick