Great Salt Lake (Antelope Island State Park)

2 oktober 2015 - Antelope Island, Verenigde Staten

Ha lieven mensen,

het wordt nachtwerk vanavond, want er is de afgelopen 3 dagen weer heel veel gebeurd. We hebben een mooie route naar Salt Lake City gereden: over de highway 89 via Bear Lake. Toch nog 275 mijl, dus fijn dat Cécile ook een stuk kon rijden. Bear Lake is een heel groot meer dat een blauwe kleur heeft vanwege de hoge gehalten aan calcium in de bodem. Daar hoort een verhaal bij en dat heb ik op de foto gezet.

Het was zeer verleidelijk om te zwemmen, maar we hebben het bij een lunch gelaten, omdat we op tijd op Antelope Island State Park wilden zijn. Dat park ligt maar op een klein uur rijden van het vliegveld van Salt Lake City. Heel vreemd: het ene moment rij je nog tussen de huizen, highways en industrie en het volgende moment waan je jezelf in een of ander buitenaardse omgeving. Die indruk gaf het grootste zoutmeer ten westen van de Mississippi river wel. Misschien kwam het door het licht (en het naderende onweer), maar het gebied kwam wat onwezenlijk over. De bordjes waar wat te vinden was, lieten ook wat te wensen over. Uiteindelijk vonden we de camping wel, maar de beloofde douches op het strand waren nergens te bekennen. Maar wij laten ons daardoor niet weerhouden om een zuiverend zoutwaterbad te nemen en dus hebben wij gezwommen. Meer gedreven op het zoute water en het was heerlijk. Het water was heel ondiep, maar je hebt niet veel nodig om bijna op je rug te drijven. Met lagen zout op ons lijf zag Cécile iets wat op een strandpaviljoen met douches zou kunnen duiden. Dat lag nog een heel eind van ons vandaan, maar wij zijn sportieve types en gingen er op af. Het was heel heet en er waren heel veel mugjes die zelfs ons bloed lekker vonden. Normaal zijn wij niet zo gevoelig voor muggen, maar nu dus wel. Gelukkig klopten de ogen van Cécile (zij heeft goede ogen en ik goede oren, dus wij vullen elkaar goed aan) en konden we genieten van een koude douche buiten (voor warm moest betaald worden en we hadden geen geld meegenomen). Daarna hebben we  heerlijk gegeten op de basic camping. De muggen bleven ons bloed ook lekker vinden en dus zijn we naar binnen gevlucht (evenals de andere mensen die er stonden). Niet veel later brak bij ons het noodweer los: de hele nacht heeft het geflitst (weinig donder), heel hard geregend en vooral heel hard gewaaid, dus van slapen kwam niet veel terecht.

Ik heb mijn zus 's morgens naar de warme douche gereden terwijl zij nog in bed lag. Cécile komt 's morgens wat moeizaam op gang en nog even verwend worden door 'grote zus' op de laatste vakantiedag is natuurlijk wel fijn. Op weg naar het vliegveld heeft Cécile op de valreep nog een coyote op het strand van het zoutmeer gespot. We hebben toen we aankwamen ook nog bisons gezien, maar op grote afstand, dus geen foto's meer genomen. Op het schiereiland leeft de grootste kudde van de USA. De bisons zijn in 1893 in het gebied geintroduceerd met 12 dieren en thans zijn er 500 tot 700 dieren. Ieder jaar worden ze bij elkaar gedreven (dat noemen ze hier een round-up) en wordt de gezondheid van de dieren gecontroleerd en de dieren die er teveel zijn worden verkocht. Uiteraard staan ze niet met de poten in het zoute water. Er is ook grasland in het gebied. Prachtig gebied en ik zou het nooit op het spoor zijn gekomen als ik Cécile niet had hoeven afzetten in Salt Lake City. Mooi meegenomen.

Na vertrek van Cécile ben ik verder naar het zuiden getrokken: de komende weken vooral heel veel canyonlandschappen. Voor sommigen heb ik maar 1 of 2 dagen uitgetrokken, maar er zijn er 3 waar ik langer zal verblijven: Grand Canyon (5 nachten), Zion (5 nachten) en Yosemite zelfs 7 nachten. Yosemite is geen canyonland meer en ligt in Californië.  Dus heus, ik heb keuzes gemaakt. Ik ben nu op de helft van mijn reis en heb zeker 3/4 afgelegd van oost naar west. In totaal ruim 4000 mijl. De afstanden worden korter: de parken liggen vrij dicht bij elkaar. Zie het nieuwe verslag dat begint met Wedge Overlook.

Groeten Annemiek

Foto’s