13. Napier en Te Urewera Rainforest Park (3 - 9 februari 2024)

8 februari 2024 - Gisborne, Nieuw-Zeeland

Hallo allemaal,

ik ben alweer een eind op dreef op het Noordereiland. De oostkust is nieuw voor mij. Daar ben ik in 2008 niet aan toegekomen, maar het bevalt uitstekend. Zeker het weer: de afgelopen 5 dagen waren schitterend: zonnig, weinig wind en warm. Zelfs oplopend tot bijna 30 graden. 's Nachts koelt het voldoende af.  Ook al 2 keer in zee en 2 keer in het grootste binnenlandse meer van Te Urewera Rainforest Park, Lake Waikaremoana, gezwommenDat park ligt ongeveer 70 km in het binnenland tussen Napier en Gisborne. Het is het eerste (of laatste) deel van de Te Urewera Rainforest route die 230 km lang is en helemaal naar Roturoa (het vulkanische centrum van het Noordereiland) voert. Het grootste deel van de route is onverhard, ondanks de status van State Highway (38). Dit is ook het gebied waar de cycloon Gabriella een jaar geleden heeft huisgehouden. De weg was op sommige plekken afgesloten vanwege aardverschuivingen, maar dat is nu hersteld. Nog wel veel wegwerkzaamheden, maar het verkeer kan er - met enige vertraging - door. Een aantal wandeltracks was nog wel gesloten. Nog genoeg te wandelen over: een prachtige wandeling door het regenwoud gemaakt naar een ander meer (Lake Waikareiti) dat nog weer 300 meter hoger ligt dan Lake Waikaremoana, dat al 600 meter boven zeeniveau ligt. Lekker klimmen dus weer. Het rijden verveelt nooit: iedere keer weer prachtige uitzichten en uitdagingen. Eén gratis overnachting aan één van de baaien van het meer (in gezelschap van 4 jongens uit België in één auto en paar tentjes) en een andere camper en de tweede nacht was magisch: op een camping, maar slechts met één caravan op afstand en direct aan het meer en het was héééél stil en donker (en geen internet ;-).  Je kan merken dat de vakantie is afgelopen.

Het Te Urewera Park was een nationaal park, maar de Maori hebben het terug gekregen van de overheid. Er is vanuit dit gebied veel verzet van de Maori geweest tegen de Europese kolonisatie. De stamhoofden erkenden het Waitangi Verdrag niet. De letterlijke vertaling van Te Urewera is overigens 'The Burnt Penis'. Waar die naam vandaan komt, is mij niet bekend. Er is vast een Maori legende over. Naast de wandeling naar het meer, ook nog kortere wandelingen gemaakt naar 3 enorme watervallen in de Aniwaniwa River. Ik heb er ook filmpjes van gemaakt. 

Na de overtocht met de ferry (3,5 uur) kwam het met bakken uit de lucht en het stormde, maar na anderhalve dag veranderde dat dus 180 graden. Die regen weerhield mij er wel van om iets meer van de zuidkust van het Noordereiland te bekijken (Cape Palliser). Ik ben vanaf de ferry direct richting noorden gereden naar Greytown. De afgelopen weken rijd ik al door enorme wijngaarden.  Helaas kan ik geen wijn proeven als ik nog moet rijden, dus ik dacht in Greytown te overnachten en dan te voet een wijnproeverij te bezoeken, maar het regende onophoudelijk heel hard, dus ik heb mij maar te goed gedaan aan mijn eigen wijnvoorraad in de camper. Hier in Gisborne is men gespecialiseerd in Chardonnay en dat is mijn favoriet. Vanavond maar eens uitproberen. 

Onderweg naar Napier eindelijk een levende kiwi en een Tuatara gezien. Niet in het wild, want dat is bijna onmogelijk. In het Pukaha's Wildlife Centre hebben ze - heel bijzonder - een witte Kiwi, maar die hielden ze nu verborgen voor het publiek. Er scharrelde wel een bruine kiwi rond in infrarood licht. Het zijn nachtdieren, dus die zie je normaal gesproken overdag niet, maar nu was het donker. Ik heb er 2 foto's van gemaakt en dat lukte redelijk.  Het zijn wel grappige beestjes. De Tuatara is een soort hagedis, die al leefde in de tijd van de dinosaurussen. Hij ziet er ook uit als een klein dinosaurusje.  Maar ons overleeft die niet zonder hulp. Hij wordt niet meer in het wild los gelaten, maar alleen gehouden in dit soort wildlife centres. Het voederen van de Eels (ik denk dat wij ze alen noemen; het zijn in ieder geval palingachtigen) was ook leerzaam en leuk om te zien. De Maoridame begon te fluiten en de alen kwamen bijna als slangen uit het water. Ik heb er ook filmpjes van (die staan er al op). De vissen werden erg ongeduldig, want het bijbehorende praatje duurde erg lang (en zij kennen het praatje natuurlijk al). 

Als je in Nieuw-Zeeland op vakantie bent, moet je ook een schapenmuseum bezoeken. Een passende naam is dan de The Woolshed met 2 hele aardige vrijwilligers, die alles van schapen weten, maar niet dat het Texelse schaap uit NL komt. Heb ik ze toch nog wat kunnen leren. Het schapen scheren is in NZ een nationale sport: inmiddels al helemaal geprofessionaliseerd: wie de meeste schapen in een bepaalde tijd kan scheren, heeft gewonnen. De beste scheerders kunnen één schaap in minder dan één minuut scheren. Dan moet je geen rugproblemen hebben. Vroeger liepen hier alleen schapen rond, maar nu zie je ook veel runderen. Aan varkens en kippen doen ze hier niet volgens mij; althans niet op grote schaal. De wol brengt niet zoveel meer op, maar het schapenvlees kan nu weer naar de UK worden geëxporteerd. Hout, fruit en wijn zijn dé belangrijkste exportartikelen van NZ. Het meeste hout (iedere haven ligt hier vol met hout) gaat naar China, waar ze er (goedkope) meubelen van maken. Het hout is niet van de beste kwaliteit. 

Napier en omliggende plaatsen zijn in 1931 totaal verwoest door een aardbeving en een brand. Binnen 2 jaar was de stad herbouwd in (grotendeels) Art Deco stijl en Spaanse Missiestijl. In totaal 140 gebouwen. Toen was Napier veel kleiner dan nu, dus het merendeel van de gebouwen staat in 3 straten in het centrum overzichtelijk bij elkaar. Vooral de Daily Telegraph en de Tobacco Building Company zijn decoratief. Het laatste gebouw staat wat verder weg, dus daar heb ik een foto van gemaakt toen ik uit Napier vertrok. Je moet bij de meeste gebouwen wel omhoog kijken, want alleen de gevels boven de winkels doen denken aan die tijd. In de historische gevangenis zijn in vroeger tijden mensen opgehangen. Helaas was de gevangenis erg verwaarloosd. De Bluff Look-out was de klim waard met uitzicht op de haven. Door de aardbeving is de zeebodem hier 2 tot 2,7 meter gestegen, waardoor Napier in 2,5 minuut er 40 vierkante km bijkreeg. Die ruimte is benut voor een vliegveld, industrie en landbouw. Het strand voor het centrum van Napier is geschikt om te zonnen, maar de zee te gevaarlijk door de stromingen om in te zwemmen. Je moet er een stukje voor rijden, maar Ocean Beach was heerlijk. Vrij steil naar beneden, maar dan heb je ook wat: veilig mét golven om in te duiken. Hetzelfde geldt voor de zee hier in Gisborne, waar ik vanuit de camper op kijk en dus naar toe kan lopen. Ideaal. 

Ten zuiden van Napier leeft op Cape Kidnappers de grootste (van de wereld) Jan-van-Gentenkolonie. Daar kan je zelf naar toe, maar dan moet je heel ver lopen en hoog klimmen, dus ik heb een halve dag excursie geboekt. Met twee busjes over privé terrein (je kan er ook heel luxe overnachten en golfen voor heel veel geld) naar de kliffen waar de vogels nu hun jongen hebben. Ze zijn totaal niet schuw. De buschauffeur (vroeger herder in dit gebied) vertelde heel veel over de vogels, maar ook over het gebied en heel veel andere dingen. De jongen (meestal 1 per paar) moeten tenminste de helft van hun volwassen gewicht groeien om de oversteek naar (in eerste instantie) Tasmanië (= eiland ten zuiden van Australië) te maken. Ze kunnen nog niet zwemmen (en dus niet in zee foerageren), omdat ze nog niet het goede - waterafstotende - verenkleed hebben. De ouders hebben daarvoor 3 maanden de tijd. Het duurt nog even voor de jonge vogels het juiste verenkleed hebben en ze kunnen zichzelf alleen voeden via poeltjes water die in de rotsen achterblijven. Dat schijnt het geval te zijn in Tasmanië. Daarna komen ze via een paar omwegen terug naar deze plek om hier zelf hun jongen groot te brengen. Een Jan-van-Gent kan 20 jaar oud worden en tot het eind jongen krijgen. Ze zijn ook monogaam. Ze leven heel dicht bij elkaar voor bescherming (o.a. tegen meeuwen, die de jongen als ze net uit het ei komen erg lekker vinden), maar ze mogen elkaar niet. Ze leven erg op zichzelf en dat valt niet mee als je buren zo dicht op je zitten. Het lijkt wel een overvolle camping. 

Tot slot: Te Mata Peak. Je kunt er ook naar toe lopen, maar dat heb ik niet gedaan. Te heet en ik ben het klimmen een klein beetje zat, dus heel lui naar boven gereden. Voor het uitzicht op de wijde omgeving maakt het niet uit. 

Tot zover. Volgende keer meer over Gisborne en de rest van de East Cape van het Noordereiland.

Groeten Annemiek

Foto’s

5 Reacties

  1. Wijnand en Nel:
    9 februari 2024
    Weer veel mooie foto's Annemiek dat doet je terug verlangen maar je weet dat zal dus niet meer gebeuren maar wel de herinneringen tussen je oren koesteren
  2. Cecile:
    9 februari 2024
    Hoeveel pleisters heeft zo'n schaap die in 1 minuut geschoren is? Enne proost!
  3. Annemarie:
    9 februari 2024
    Ongelooflijk wat je allemaal doet en aan moois ziet.
    Als lezer word je er al bijna moe van (;
  4. Hanny:
    9 februari 2024
    Interessant. En veel leuke plaatjes. Napier e.o. ga ik onthouden - voor als we ons in de toekomst enigszins in de buurt bevinden. Heerlijk ook dat mooie weer. Ik merk dat je het allemaal na al die tijd nog lang niet zat bent.
  5. Truus:
    10 februari 2024
    Annemiek dat zijn heerlijk belevenissen wat mooie verhalen c.q. herinneringen oplevert.
    Nog een paar mooie 'eind''weekjes.
    Goede reis !!!!

Jouw reactie